Functies van ingrediënten


Ingrediënten vervullen één of meer functies in producten en samen bepalen ze de eigenschappen van het product. Onderstaande lijst geeft een omschrijving van de functies van de ingrediënten. Een compleet INCI-boekje met meer dan 7000 INCI-namen en hun functies is beschikbaar. 

1.    ABSORBEREND
Neemt in water en/of olie opgeloste stoffen of fijnverdeelde stoffen op.

2.    ADSTRINGEREND
Trekt de huid samen om onder meer vochtverlies van de huid tegen te gegaan.

3.    ANTICORROSIE
Gaat roestvorming (van de verpakking) tegen.

4.    ANTIKLONTER
Voorkomt samenklonteren van poedervormige cosmetica door vaste deeltjes los van elkaar te laten bewegen.

5.    ANTIMICROBIEEL
Remt de groei van micro-organismen (bacteriën, schimmels) op de huid.

6.    ANTIOXIDANT
Gaat oxidatie en ranzigheid tegen door het remmen van door zuurstofbevorderde reacties.

7.    ANTIROOS
Ter bestrijding van roos.

8.    ANTISCHUIM
Onderdrukt schuimvorming bij de productie of verkleint het schuimvormend vermogen van het eindproduct.

9.    ANTISTATISCH
Vermindert statische elektriciteit door de elektrische lading op een oppervlak te neutraliseren.

10.    ANTITRANSPIRANT
Vermindert transpiratie.

11.    BINDMIDDEL
Maakt de substantie dikker.

12.    BLEEKMIDDEL
Maakt het haar of de huid lichter van kleur.

13.    BUFFER
Stabiliseert of wijzigt de zuurgraad (pH).

14.    BULKMIDDEL 
Verkleint of vergroot de compactheid van cosmetica.

15.    CHELAATVORMER
Reageert en vormt complexen met metaalionen die de stabiliteit en/of het uiterlijk van cosmetica kunnen beïnvloeden.

16.    CONSERVEERMIDDEL
Voorkomt primair de ontwikkeling van micro-organismen (bacteriën, schimmels) in cosmetica. Alle opgenomen conserveermiddelen staan op de positieve lijst van conserveermiddelen. 

17.    COSMETISCHE KLEURSTOF
Kleurt cosmetische producten en/of de huid en/of het haar. Alle toegelaten kleurstoffen staan op de positieve lijst van kleurstoffen.

18.    DENATURANT
Maakt de alcohol in cosmetica ongeschikt voor menselijke consumptie.

19.    DEODORANT
Vermindert of maskeert onaangename lichaamsgeuren.

20.    DRIJFGAS
Wekt druk op in een spuitbus waardoor de inhoud wordt uitgedreven zodra het ventiel wordt geopend. Sommige vloeibaar gemaakte drijfgassen kunnen als oplosmiddel fungeren.

21.    EMULGATOR
Bevordert de vorming van stabiele mengsels van niet-mengbare vloeistoffen, door de grensvlakspanning te veranderen.

22.    EMULSIESTABILISATOR
Ondersteunt de emulsie en verbetert de stabiliteit en houdbaarheid van de emulsie.

23.    FILMVORMER
Vormt bij toepassing een ononderbroken laagje op huid, haar of nagels.

24.    GELVORMER
Geeft aan een vloeibaar product de vastheid van een gel (een semi-vaste vorm met enige elasticiteit).

25.    HAARKLEURSTOF
Kleurt het haar.

26.    HAARVERSTEVIGER
Helpt het haar in een bepaald model te houden. 

27.    HAIRCONDITIONER
Maakt het haar makkelijker kambaar, soepel, zacht en glanzend en/of geeft onder meer volume en luchtigheid.

28.    HUIDBESCHERMER
Helpt schadelijke invloeden van buitenaf op de huid voorkomen.

29.    HUIDBRUINENDE STOF
Maakt de huid donkerder met of zonder blootstelling aan UV.

30.    HUIDVERZACHTER
Zorgt voor een glad huidoppervlak door ruwheid en onregelmatigheden van de huid te verminderen.

31.    HUIDVERZORGER
Houdt de huid in een goede conditie.

32.    HYDROTROOP 
Verbetert de oplosbaarheid van een stof die slecht oplosbaar is in water.

33.    KERATOLYSE
Helpt de dode cellen van de hoornlaag te verwijderen.

34.    MASKEERMIDDEL
Vermindert de eigen geur of smaak van het product of neemt deze weg.

35.    MONDVERZORGER
Verzorgt de mondholte, bijvoorbeeld door te reinigen, reuk te verdrijven en te beschermen.

36.    NAGELCONDITIONER
Verbetert de cosmetische eigenschappen van de nagel.

37.    ONTKLITTEN
Vermindert of voorkomt het klitten van haar als gevolg van veranderingen in het haaroppervlak of schade en vergemakkelijkt daardoor het kammen van het haar.

38.    ONTHARENDE STOF
Verwijdert ongewenste lichaamsbeharing.

39.    OPACIFYER
Vermindert de doorzichtigheid of doorschijnendheid van cosmetica.

40.    OPLOSMIDDEL
Lost andere stoffen op.

41.    OPPERVLAKTEACTIEVE STOF
Verlaagt de oppervlaktespanning van cosmetica en bevordert het gelijkmatig verdelen van het product bij gebruik.

42.    OXIDATIEMIDDEL
Verandert de chemische aard van een stof door er zuurstof aan toe te voegen of waterstof aan te onttrekken.

43.    PEARLESCENT
Geeft cosmetica een parelmoerachtig uiterlijk.

44.    PERMANENT VLOEISTOF OF ONTKROEZER
Verandert de chemische structuur van het haar, zodat het in het gewenste model kan worden gebracht.

45.    PLAQUEWEREND
Helpt het gebit beschermen tegen plaque.

46.    REDUCTIEMIDDEL
Verandert de chemische aard van een stof door er waterstof aan toe te voegen of zuurstof aan te onttrekken.

47.    REINIGINGSMIDDEL
Helpt het lichaamsoppervlak schoon te houden. 

48.    SCHUIMER
Vangt talloze kleine belletjes van lucht of een ander gas in een klein volume vloeistof door de oppervlaktespanning van de vloeistof te veranderen.

49.    SCHUIMVERSTERKER
Verbetert de kwaliteit van het schuim dat wordt gevormd door een systeem, door één of meer van de volgende producteigenschappen te versterken: volume, structuur en/of stabiliteit.

50.    SCHUURMIDDEL
Verwijdert materiaal van verschillende lichaamsoppervlakken of ondersteunt het mechanisch reinigen van de tanden of het verbeteren van de glans.

51.    SEBUMWERENDE STOF
Helpt de productie van sebum (talgvet uit de talgklieren) te verminderen.

52.    STABILISERENDE STOF
Verbetert stabiliteit en houdbaarheid van ingrediënten of samenstelling.

53.    TONIC
Geeft een product een frisse uitstraling.

54.    UV-ABSORBER
Beschermt het cosmeticaproduct tegen de invloeden van UV-straling.

55.    UV-FILTER
Filtert bepaalde UV-stralen, om huid of haar te beschermen tegen schadelijke gevolgen van deze stralen. Alle opgenomen UV-filters zijn stoffen die op de positieve lijst van UV-filters staan (bijlage VII bij de Richtlijn Cosmetische Producten).

56.    VERFRISSER
Geeft de huid een aangename frisheid.

57.    VERZACHTER
Helpt de (hoofd)huid verzachten.

58.    VERZACHTEND MIDDEL
Maakt de huid zacht en glad.

59.    VETINBRENGER
Vult de lipiden (vetten) van het haar of de bovenste huidlagen aan.

60.    VISCOSITEITREGELAAR
Verhoogt of verlaagt de viscositeit (stroperigheid) van cosmetica.

61.    VOCHTVASTHOUDENDE STOF
Houdt vocht vast.

62.    VOCHTINBRENGEND MIDDEL
Verhoogt het vochtgehalte van de huid en houdt deze zacht en glad.

63.    WEEKMAKER
Maakt een andere stof die anders niet gemakkelijk vervormd, uitgespreid of gekneed kan worden, zacht en soepel.