Dierproeven
Cosmetica worden in Nederland en heel Europa al vele jaren niet meer getest op dieren. Dierproeven voor de ontwikkeling van cosmetische producten zijn in Nederland sinds 1997 verboden volgens de Wet op Dierproeven. Dierproeven voor cosmetica zijn sinds 2004 ook bij wet verboden.
Fabrikanten garanderen de veiligheid van cosmetica door een zorgvuldige keuze van grondstoffen en gericht veiligheidsonderzoek. De eisen waaraan cosmeticaproducten- en ingrediënten moeten voldoen, zijn vastgelegd in de Europese Cosmetica Richtlijn en het Warenwetbesluit Cosmetische Producten. Aan de veiligheidsbeoordeling van cosmetica komen geen dieren te pas. Hiervoor zijn diverse alternatieven beschikbaar.
Beoordelen van veiligheid
Cosmetica bestaan uit een mengsel van verschillende ingrediënten. De grondstofleveranciers voeren met deze ingrediënten toxicologische basistests uit, alsmede tests die gericht zijn op industriële veiligheid en veiligheid voor het milieu. Bij de overgrote meerderheid van testmethoden zijn geen dieren meer nodig. Waar mogelijk worden computermodellen, kunstmateriaal of beschikbare gegevens gebruikt. Ook wordt gebruik gemaakt van gebruikservaring van consumenten.
Waar alternatieve methoden beschikbaar zijn en goedgekeurd door de autoriteiten, worden deze verplicht gebruikt. Pas wanneer álle bestaande methoden zijn onderzocht en er geen andere mogelijkheid blijkt te zijn om de veiligheid mee te beoordelen, worden tests met dieren overwogen.
Beoordelen van werkzaamheid
De werkzaamheid van cosmetica wordt niet op dieren getest maar op menselijke vrijwilligers. Bijvoorbeeld: maakt een crème dat de huid zacht aanvoelt? Of: heeft een lipstick de gewenste kleur? Naast werkzaamheid wordt ook door gebruik op menselijke vrijwilligers vastgesteld of het product goed door de huid wordt verdragen. Het beoordelen van de werkzaamheid gaat overigens een stuk verder, de fabrikant moet zijn claims kunnen onderbouwen.