Toelichting productbladen

 

1. Productbeschrijving

De productbeschrijving geeft een beknopte omschrijving van de functie en de werking van het product. De gebruiksaanwijzing bij het product geeft een meer uitgebreide beschrijving van het product en geeft aan hoe je een product moet gebruiken.

2. Ingrediënten

Op ieder productblad staan de ingrediënten die in het product voor kunnen komen. De vermelde concentraties zijn de maximumwaarden in het product. In de praktijk zal de werkelijke concentratie in het product lager zijn. Als de naam van een stof in het overzicht schuin is gedrukt, bijvoorbeeld aqua, dan wordt deze naam ook in de ingrediëntvermelding gebruikt als de stof in het product zit.

Ingrediëntvermelding op het product
Het is verplicht om op alle cosmeticaproducten te vermelden welke ingrediënten er in zitten. De ingrediëntvermelding op een product begint altijd met het woord ‘Ingrediënten’ (of het Engelse ‘Ingredients’) en is dus gemakkelijk te herkennen. Vooraan staat het ingrediënt met het hoogste gehalte in het product, daarna volgen de ingrediënten met een steeds lager gehalte. De ingrediëntvermelding kan eindigen met het Engelse “may contain?’’, “kan bevatten?’’ of het “+/-’’ symbool. De ingrediënten die dan vermeld worden kunnen in het product zitten, maar dat hoeft niet. Deze aanduiding staat meestal op producten waarvan een hele serie te koop is, zoals kleurproducten met verschillende nuances.

INCI-Namen
Voor ingrediënten in cosmeticaproducten worden internationaal dezelfde namen gebruikt, de zogeheten INCI-namen (International Nomenclature Cosmetic Ingredients). Als de klant overgevoelig of allergisch is voor een bepaald ingrediënt, raadpleeg dan voor gebruik altijd de ingrediëntvermelding van de producten waarmee je werkt. Vergelijk deze met de gegevens op de allergiepas die de dermatoloog verstrekt.

3. Gevaar aspecten

Volg nauwkeurig de gebruiksaanwijzing van een product op. Ook moet je de noodzakelijke voorzorgsmaatregelen nemen om blootstelling van de huid, ogen of longen te voorkomen. Veilig werken met haarcosmetica vereist je voortdurende en professionele aandacht. Verkeerd gebruik kan leiden tot risico’s voor je eigen gezondheid en die van je klant. De mogelijke gevaren lees je in dit onderdeel.

4. Eerstehulpmaatregelen

Bij een ongeluk moet je de onder dit kopje genoemde eerstehulpmaatregelen direct opvolgen. Als zich ernstige verschijnselen of aanhoudende klachten voordoen, moet je een arts waarschuwen.
Tip! Laat de arts altijd het product en/of de informatie van het bijbehorende productblad zien. Verwijs daarbij speciaal naar de informatie voor de arts.

Ogen: Om schade aan de ogen zoveel mogelijk te beperken langdurig (15 minuten of langer) en met veel water spoelen. Eventuele contactlenzen, als dat kan, verwijderen. Daarna de patiënt naar een arts begeleiden.

Huid: Na huidcontact de huid onmiddellijk langdurig (15 tot 30 minuten) en met veel water afspoelen. Tijdens het spoelen of douchen besmette kleding uittrekken om verder contact te voorkomen. De huid bij beschadiging niet wassen!

Inademen: Als inademen van een stof tot klachten leidt, is in de frisse lucht brengen de beste eerste hulp. Bij aanhoudende klachten (hoesten, benauwdheid) de patiënt naar een arts begeleiden.

Inslikken: Bij inslikken de mond met water spoelen om te reinigen en de smaak kwijt te raken. Om de slokdarm te reinigen en om de stof te verdunnen kan de patiënt één glas water drinken. Een bewusteloze patiënt mag je nooit te drinken geven.

Probeer niet de patiënt te laten braken. Laat hem niet te veel water drinken en ook geen melk. De patiënt naar een arts begeleiden.

In acute gevallen kan de arts voor meer informatie terecht bij het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum (NVIC).

5. Brand

Bij het onderdeel ‘brand’ staan de blusmiddelen vermeld die gebruikt mogen worden. Waarschuw de brandweer via het alarmnummer 112.

6. Opslag

In het algemeen geldt dat cosmetica koel of tot op kamertemperatuur moet worden opgeslagen en poeders en granulaten ook droog. Sommige producten zijn lichtgevoelig en moeten donker bewaard worden. Spuitbussen moeten tegen hitte en directe zonnestralen worden beschermd. Bij het onderdeel ‘opslag’ van de productbladen staan de specifieke eisen die gelden voor de opslag van het product. Raadpleeg ook de gebruiksaanwijzing van de producten.

7. Voorkomen van blootstelling en persoonlijke bescherming

In veel gevallen kunnen de juiste voorzorgsmaatregelen (overmatige) blootstelling aan schadelijke stoffen verminderen of voorkomen. Schoon en accuraat werken is daarbij van belang. Dit kan door:
• te zorgen voor een goede plaatselijke afzuiging en ventilatie
• de juist producten te mengen en geen andere dan in de gebruiksaanwijzing staat aangegeven
• gemorst product direct op te ruimen
• na gebruik de verpakking direct te sluiten
• te zorgen voor een goede opslag
• waar nodig ongepoederde nitril handschoenen, vrij van rubberversnellers, en een beschermende bril te dragen

8. Opruimen en afval

Als je morst met een product verontreinig je je werkplek en het milieu. Het is daarom belangrijk gemorste producten met zorg op te ruimen. Resten van producten en verpakkingsmaterialen moeten conform de gemeentelijke richtlijnen worden afgevoerd.

9. Opmerkingen

Houd je stipt aan de gebruiksaanwijzing en de eventuele waarschuwingen bij een product. Deze en andere aanbevelingen vind je bij het onderdeel ‘opmerkingen’ op de productbladen.