Scheiding mens-bron

 

Wanneer veiliger producten of verpakkingen niet mogelijk zijn, of het risico op o.a. huidaandoeningen onvoldoende verminderen, kunnen maatregelen worden genomen op het gebied van:

  • werkwijze
  • taakroulatie
  • ontwerp van de salon

Dit type maatregelen beperkt ofwel de duur van de blootstelling, ofwel het aantal personen dat wordt blootgesteld.

Maatregelen op het gebied van het ontwerp van de salon zijn overigens altijd aan te bevelen, en zijn overeengekomen in de Beleidsregels en in het Arboconvenant voor de kappersbranche.

Werkwijze

Het aanpassen van de werkwijze kan in sommige gevallen het (huid)contact met irriterende of allergene stoffen beperken of voorkómen. Twee voorbeelden uit de praktijk:

1. “Eerst wikkelen (rollen), dan permanentvloeistof’’
Wanneer een permanent wordt toegepast, worden in het algemeen wikkels in het haar aangebracht. Wanneer de kapper de wikkels eerst aanbrengt en vervolgens de permanentvloeistof, is de kans op huidcontact veel kleiner. Deze werkwijze is al gangbaar in de kappersbranche. Het dragen van nitril wegwerphandschoenen blijft overigens verplicht tijdens deze handeling.

2. “Eerst knippen, dan kleuren’’ of andersom?
Op dezelfde wijze kan er bij kleurbehandelingen voor worden gekozen om het haar eerst te knippen en daarna pas te kleuren. Meest gangbaar is momenteel de omgekeerde procedure: eerst kleuren, dan knippen. Hierbij bestaat de kans dat de huid van de kapper tijdens het knippen in contact komt met niet-volledig uit gereageerde en/of uitgespoelde bestanddelen van de haarkleuring, zoals het allergene p-fenyleendiamine (PPD).

De traditionele volgorde “eerst kleuren, dan knippen’’ heeft echter ook voordelen. De belangrijkste is, dat haarkleuringen op ongewassen haar moeten worden opgezet, terwijl het haar in het algemeen wél gewassen moet worden voordat het wordt geknipt. Haarkleuringen worden vooral op ongewassen haar opgezet om de kans op huidirritaties bij de klant te verminderen. Wassen met shampoo verslechtert namelijk (tijdelijk) de vettige huidbarrière.

Het omdraaien van de procedure introduceert derhalve een extra wasbehandeling (vóór het knippen: het ‘wassen’ gebeurt anders tijdens het uitspoelen van de kleuring). Bovendien wordt de kans op huidirritaties bij de klant vergroot. Vandaar dat deze procedure momenteel toch nog het meest gangbaar is, en door de leveranciers wordt voorgeschreven.

De voor- en nadelen op een rij m.b.t. kleuren na knippen i.p.v. knippen na kleuren:

Vóór:

  • Geen blootstelling aan allergenen tijdens het knippen
  • Geen klachten bij kapper met een allergie
  • Minder kans op sensibilisatie bij de kapper

Tegen:

  • Indien lang haar kort wordt geknipt: besparing op verfgebruik
  • Extra wasstap nodig
  • Extra droogstap nodig
  • Meer kans op huidirritaties bij de klant
  • Meer kans op sensibilisatie bij de klant

De kapper zou deze voor- en nadelen van de verschillende werkprocedures moeten kennen, en daarnaast altijd de gebruiksaanwijzing bij de producten raadplegen.

Taakroulatie

Vooral bij ‘nat werk’ is taakroulatie aan te bevelen, om het ontstaan van eczeem te voorkómen. Nat werk is één van de voornaamste risicofactoren voor het ontstaan van eczeem. In veel kapsalons doen vooral stagiaires en leerlingkappers veel nat werk, zoals het wassen van haren en het uitspoelen van kleur-, ontkleurings- en permanentvloeistoffen. Hoe langer achter elkaar nat werk wordt gedaan, hoe hoger het risico op een huidaandoening is.

Daarom zijn in het Arboconvenant en in de Beleidsregels voor de kappersbranchenormen opgenomen ten aanzien van de tijdsduur van blootstelling aan nat werk:

“Het werk is zodanig georganiseerd dat per uur maximaal 30 minuten nat werk (wassen of spoelen) wordt verricht’’.

Daarnaast mag de kapper maximaal 4 uur per dag met afsluitende handschoenen werken. Ook het langdurig dragen van kunststof handschoenen leidt door transpiratie tot belasting van de huid met vocht. Het is daarom aan te bevelen om leerling kappers niet het grootste deel van de werkzaamheden als haren wassen en het uitspoelen van vloeistoffen te laten uitvoeren. In plaats daarvan moet zo veel mogelijk variatie worden aangebracht in het werk:

  • Voorbereidende taken (ontvangst klant, aanbieden koffie e.d.)
  • Vaktechnische handelingen (wassen, knippen, opbrengen en uitspoelen vloeistoffen, stylen e.d.)
  • Nazorg (verkoop, afrekenen e.d.)
  • Diversen (vegen e.d.)

Het advies van taakroulatie geldt uiteraard niet alléén voor nat werk, maar voor alle werkzaamheden. Een tweede beleidsregel voor de kappersbranche - ten aanzien van fysieke belasting - bepaalt dat de kapper ieder uur minimaal 5 minuten een andere taak kan uitvoeren en/of een andere werkhouding aannemen.

Ontwerp salon

In veel kapsalons vindt het aanmaken en mengen van producten (b.v. kleuringen) nog plaats ‘aan de kappersstoel’. Sommige kappers doen dit bewust: “De klant mag zien wat ik doe’’. In het Arboconvenant en in de Beleidsregels voor de kappersbranche is echter bepaald dat het aanmaken van vloeistoffen zo veel mogelijk gecentraliseerd moet plaatsvinden, in een productbereidingsruimte (’chemiehoek’).
Wanneer het aanmaken en mengen van kleur- ontkleur en permanentproducten wordt gecentraliseerd op één plek in de salon, worden minder kappers blootgesteld aan de eventuele vluchtige (irriterende) bestanddelen of stofdeeltjes die hierbij vrijkomen. Bovendien wordt zo verontreiniging van werkvlakken, stoelen, wasbakken, kammen, scharen etc. voorkómen.

Eisen die worden gesteld aan een productbereidingsruimte zijn:

  • Wanden aan minimaal 3 zijden. De wanden zijn tenminste 175cm hoog. Als in de productbereidingsruimte gerichte afzuiging wordt toegepast, mogen de wanden lager zijn dan 175 cm
  • Scheidingswanden aan beide zijkanten van de werkruimte zijn dieper dan de diepte van het werkblad
  • Werkvlakken en wanden zijn vlak en glad en van goed reinigbaar en niet poreus materiaal
  • Gemakkelijk toegankelijke wastafel met stromend water, die alleen gebruikt wordt bij de werkzaamheden in de productbereidingsruimte, waar ook de handen kunnen worden gereinigd gedroogd en verzorgd
  • Verbod op bewaren en bereiden en nuttigen van eten en drinken en verbod op roken in de productbereidingsruimte

Alternatief: De zzp-er en de ambulante kapper wordt geadviseerd om de producten in een geventileerde ruimte klaar te maken met stromend water. Deze ruimte wordt niet gebruikt voor het bewaren, bereiden en nuttigen van voedingsmiddelen. Bijvoorbeeld kan een badkamer hiervoor dienen.

Gerichte lokale afzuiging in de bereidingsruimte is voorgeschreven als deze niet is afgescheiden door wanden of platen die manshoog zijn (± 1,75 m.). Allereerst, en tegelijkertijd, moet worden bekeken of bronmaatregelen mogelijk zijn. Het ontwerpen van lokale afzuiging is maatwerk, dat moet worden uitbesteed aan leveranciers van ventilatiesystemen.