Arbocatalogus

 

Arbocatalogus voor het Kappersbedrijf

Het fenomeen arbocatalogus is ingevoerd met de wijziging van de Arbowet per 1 januari 2007. De overheid streeft er naar om in de Arbowetgeving (Arbowet, Arbobesluit en Arboregeling) zoveel mogelijk alleen ‘doelvoorschriften’ op te nemen. ‘Middelvoorschriften’ (d.w.z. voorschriften hoe aan de doelen kan worden voldaan) staan alleen nog in de wetgeving voor zover dat vereist vanwege verplichtingen van de Europese Unie (EU).

Werkgevers- en werknemersorganisaties krijgen de gelegenheid om per branche middelvoorschriften af te spreken in de vorm van een arbocatalogus met maatregelen en oplossingen, die op maat zijn gesneden van de branche. De voorschriften uit de Arbocatalogus zijn niet verplicht, maar als de werkgever afwijkt van de maatregelen in de arbocatalogus, toont hij aan dat zijn afwijkende maatregelen tenminste een gelijkwaardig beschermingsniveau hebben (in termen van veiligheid en gezondheid) als de maatregelen in de arbocatalogus.

Werkgevers en werknemers in de kappersbranche hebben in 2013 de arbocatalogus voor het kappersbedrijf afgerond. Het doel van de arbocatalogus is om het beroepsgebondenverzuim ten gevolge van fysieke belasting, allergene belasting (o.a. huidklachten) en psychosociale arbeidsbelasting (werkdruk, pesten, intimidatie etc) terug te dringen.

Alle maatregelen in de Arbocatalogus leveren een positieve bijdrage aan het gezond en veilig werken in de branche. De maatregelen gelden voor alle werkenden, te weten werknemers, leerlingen, werkgevers en zzp-ers in de kappersbranche met als doel dat er een gezonde en veilige werkomgeving zal zijn voor iedereen. Maatregelen in de Arbocatalogus zijn tot stand gekomen met de kennis en de stand der wetenschap van nu.

De werkomgeving van een zzp-er/ambulante kapper kan afwijken van de werkomgeving van een kapsalon of een school. Doordat er bijvoorbeeld meer sprake is van taakroulatie door reizen, meer rustmomenten op een dag of mindere concentratie van schadelijke stoffen in de omgeving, kan dit in positieve zin bijdragen aan het gezond werken van de zzp-er/ambulante kapper. Daarentegen kan het werk ook meer belastend zijn omdat er bijvoorbeeld geen gebruik gemaakt kan worden van specifiek meubilair, zoals een pompstoel en kappersfiets.

Als er wordt afgeweken van de maatregelen uit de Arbocatalogus dan moet het doel van gezond en veilig werken op een andere wijze bereikt worden. Uitgangspunt voor de arbocatalogus zijn de normen die ontwikkeld zijn ten tijde van het arboconvenant. De normen zijn waarnodig aangepast aan de huidige stand der techniek.

Lees de Arbocatalogus

Vermindering handeczeem

Een van de doelen van de arbocatalogus is het voorkomen van handeczeem onder kappers. De arbocatalogus voor het kappersbedrijf bevat daartoe vele afspraken die de blootstelling aan huidbelastende en luchtweg-irriterende stoffen in kapsalons moeten terugdringen.

Deze hebben onder meer betrekking op:

  • Gebruik van stoffen en producten, onder andere:
  • verbod op glyceryl thioglycolaat (GTG), ofwel ‘zure’ permanentvloeistoffen
  • gebruik van stuifarme of stuifvrije blondeermiddelen
  • gebruik van ‘one-unit’ verpakkingen voor permanentvloeistoffen

Huidbescherming:

  • voorschrijven van handschoenen bij wassen, kleuren, ontkleuren, permanenten
  • voor het wassen het gebruik van pvc handschoenen met een lange manchet
  • voor kleuren, ontkleuren, permanenten het gebruik van poedervrije nitrilhandschoenen zonder rubberversnellers in plaats van latex of polyethyleen
  • eenmalig gebruik van handschoenen

Voorschrijven van taakroulatie, ter beperking van ‘nat werk’:

  • maximaal 30 minuten per uur nat werk
  • Voorschriften ten aanzien van de inrichting van de salon: handeczeemtest

De volledige tekst van de Arbocatalogus is beschikbaar via www.healthyhairdresser.nl.