LET OP: De informatie op deze website is verouderd en de website zal binnenkort worden verwijderd. Voor meer actuele informatie, zie www.nvz.nl.

Veiligheidsinformatieblad


Het Veiligheidsinformatieblad (afgekort als Vib) is een communicatieinstrument tussen de leverancier van een gevaarlijk product en de professionele gebruiker van zijn product. Naast het etiket is het Vib het belangrijkste middel voor het geven van informatie over veiligheid, gevaren en risico’s van stoffen en preparaten door de leverancier aan zijn afnemer. De structuur van een Vib is grotendeels wereldwijd gestandaardiseerd. De informatie op het Vib is meestal behoorlijk technisch. Bijvoorbeeld welke stoffen erin zitten, gevaren van de stoffen en allerlei andere eigenschappen van de stoffen die in het product zitten. De informatie op een Vib is onderverdeeld in zestien rubrieken.

Wat staat er op een Vib?
Op basis van de gegevens in de zestien rubrieken is het mogelijk om veilig met het product te werken. U kunt bijvoorbeeld antwoord geven op de onderstaande vragen:

  • Wie heeft het product geleverd?
  • Wat zijn de gevaren van de stoffen in het product?
  • Welke stoffen zitten er in het product?
  • Hoe kan ik de risico’s zo klein mogelijk houden?
  • Wat moet ik doen als er iets van het product op de huid komt?
  • Wat moet er gebeuren als het wordt ingeslikt?
  • En als het in een oog is gespat?
  • Is het brandbaar en hoe moet ik brandend product blussen?
  • Hoe moet ik gemorst of gelekt product opruimen?
  • Mag ik het door de gootsteen spoelen?
  • Hoe moet ik het product bewaren?
  • Moet ik handschoenen aan of een veiligheidsbril op?

Hoe krijgt u het VIB?
Koopt u producten voor de professionele gebruiker met een gevaarsindeling, dan ontvangt u het Vib gratis van de leveranciers. Koopt u consumentenproducten, waarmee u beroepsmatig gaat werken, dan moet u de leverancier verzoeken een Vib toe te sturen. Dit laatste is erg belangrijk wanneer u anderen in uw opdracht met het product laat werken. Als werkgever bent u in dit geval wettelijk verplicht om het Vib te vertalen in een instructie voor uw medewerkers. U kunt dit doen door middel van een zogenaamde werkplekinstructiekaart (wik).

VIB rubrieken


De inhoud van het veiligheidsinformatieblad wordt voorgeschreven door bijlage 2 van de REACH-verordening.

Rubriek
nummer

Titel van de rubriek Inhoud van de rubriek
1 Identificatie van de stof of het mengsel en van de vennootschap/onderneming De handelsnaam van het product en gegevens van de fabrikant (naam, adres, telefoonnummer e.d.). Ook staat hier het telefoonnummer voor noodgevallen. Ook het telefoonnummer van het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum (NVIC) kan zijn opgenomen. Dit is echter alleen bedoeld voor de behandelend arts in het geval van een ongeluk (vergiftiging).
2 Identificatie van de gevaren Het gevaar van het product wordt beschreven. Ook de informatie die op het etiket moet staan is hier vermeld (wettelijk gevaarsetiket).
 3 Samenstelling en informatie over de bestanddelen De namen van alle stoffen die als ‘gevaarlijk’ worden beschouwd, moeten worden vermeld wanneer ze in een bepaalde hoeveelheid in het product zitten. Niet alle stoffen hoeven dus op het Vib te worden vermeld. Bij de vermelde stoffen wordt ook aangegeven hoeveel in het product zit (in bandbreedtes). 
Voor was- en schoonmaakmiddelen staat de speciale ingrediëntendeclaratie van de Detergentenverordening ook in deze rubriek.
 4 Eerstehulpmaatregelen EHBO-maatregelen voor huid, mond, inhalatie en oogcontact. Meestal worden ook symptomen genoemd.
 5 Brandbestrijdings-maatregelen Sommige producten zijn brandbaar, andere niet. In deze rubriek wordt aangegeven hoe brandgevaarlijk het product is. Ook staat er hoe er geblust moet worden wanneer het product in brand is gevlogen. Het is namelijk lang niet altijd zo dat daarvoor een blusapparaat, of water, gebruikt moet worden. In deze rubriek staan ook instructies over hoe er NIET geblust mag worden.
 6 Maatregelen bij accidenteel vrijkomen van de stof of het mengsel Hier staat beschreven hoe u product dat gemorst is moet opruimen (bijvoorbeeld of u water mag gebruiken), en of u bij het opruimen nog op iets bijzonders moet letten (bijvoorbeeld wanneer het product de vloer erg glad maakt). In deze rubriek staan ook altijd milieuvoorzorgsmaatregelen. Waneer er bijvoorbeeld staat "product niet in de riolering terecht laten komen" mag het dus niet in de gootsteen terecht komen. Wanneer er staat dat u het product "niet in oppervlakte- of grondwater" terecht mag laten komen mogen kleine restanten of verdund product juist wel via de gootsteen weggespoeld worden. U mag het echter (ook niet in verdunde vorm) niet in een sloot of ander openwater gooien. Omdat steeds meer gemeenten een zogenaamd "regenwaterriool" hebben is het in het laatste voorbeeld ook beter om het product niet door een rioolput op straat te spoelen. Het afvalwater van de straat komt namelijk bij een regenwaterriool direct in het oppervlaktewater terecht.
 7 Hantering en opslag Hoe moet u met het product omgaan en op welke manier kan het worden opgeslagen.
 8 Maatregelen ter beheersing van blootstelling/persoonlijke bescherming Moet u zich beschermen bij het gebruik van product. En zo ja wat moet u gebruiken. Er staat bijvoorbeeld of het nodig is om extra te ventileren, en of u handschoenen aan moet doen of een veiligheidsbril op moet zetten. In deze rubriek vindt u ook welk type handschoenen er gebruikt moet worden.
 9 Fysische en chemische eigenschappen Informatie over o.a. de fysische toestand van het product (gasvormig, vloeibaar, vast), kleur, geur en pH van het product.
 10 Stabiliteit en reactiviteit Informatie over de stabiliteit van het product, te vermijden omstandigheden, te vermijden stoffen en gevaarlijke ontledingsproducten.
 11 Toxicologische informatie De verschillende toxische effecten die zich na contact met het product kunnen voordoen. Ook specifieke informatie van bestanddelen worden hier vermeld. Hier vindt u ook informatie of bepaalde stoffen tot sensibilisatie kunnen leiden.
 12 Ecologische informatie Informatie over de mogelijke effecten voor het milieu op korte en lange termijn door gebruik van het product. Hierbij kunnen bijvoorbeeld biologisch afbreekbaarheids testen worden vermeld.
 13 Instructies voor verwijdering Informatie over hoe u om moet gaan met overtollige voorraden en hoe u om moet gaan met de lege verpakking.
 14 Informatie met betrekking tot het vervoer Transport van was- en reinigingsmiddelen is vastgelegd in internationale wet- en regelgeving. Er is verschillende wetgeving voor land (RID/ADR), binnenwater (ADNR), zee (IDMG) en lucht (ICAO, IATA).De vervoerswetgeving schrijft een aantal symbolen en informatie voor het etiket voor. Deze informatie zult u alleen kunnen aantreffen op grootverpakkingen (bijvoorbeeld jerrycans) van professionele producten. De informatie is niet bestemd voor de gebruiker van het product, maar alleen voor diegenen die zich met het vervoer van het product bezig houden.
 15 Regelgeving In deze rubriek bevat overige - niet eerder genoemde - wetgeving die van toepassing is: voor was- en schoonmaakmiddelen de Detergentenverordening.
 16 Overige informatie Hier staan afkortingen voluit geschreven netzoals de waarschuwingszinnen enveiligheidsaanbevelingen.