LET OP: De informatie op deze website is verouderd en de website zal binnenkort worden verwijderd. Voor meer actuele informatie, zie www.nvz.nl.

Rol van het bedrijfsleven


Fabrikanten mogen alleen producten op de markt brengen die veilig zijn. Om er voor te zorgen dat iedereen zich hieraan houdt, is er door de overheid wetgeving opgesteld. Hieraan moeten de fabrikanten zich houden. De inspectiediensten controleren dit. Voor deze controle mogen de inspectiediensten alle gegevens inzien die zijn gebruikt voor het maken van het product en het vaststellen van het etiket. 

Wanneer een fabrikant een product samenstelt, selecteert hij zijn grondstoffen niet alleen met het oog op hun functie in het product. Hij bekijkt uiteraard of mens en milieu geen gevaar lopen door het gebruik van deze stoffen. Fabrikanten houden ook zoveel mogelijk rekening met eventueel verkeerd gebruik van hun producten. Met doelbewust misbruik van producten kan geen rekening worden gehouden. Op basis van al deze gegevens wordt besloten om een product wel of niet op de markt te brengen. Ook worden deze gegevens gebruikt om informatie voor de gebruiker op te stellen. Het etiket moet de gebruiker alle informatie geven die hij nodig heeft om veilig met het product te kunnen werken.

Rol brancheorganisaties
Bedrijven kunnen lid worden van een brancheorganisatie om kennis en informatie uit te wisselen. De producenten en importeurs van vrijwel alle was-, reinigings- en onderhoudsmiddelen zijn lid van de Nederlandse Vereniging van Zeepfabrikanten (NVZ). De NVZ houdt haar leden op de hoogte van relevante wet- en regelgeving en nieuwe ontwikkelingen die belangrijk zijn voor de branche. Daarnaast werkt de NVZ actief mee aan verschillende projecten die zich richten op het invullen van de gezamenlijke verantwoordelijkheid van de branche. Wat de NVZ is en doet, kunt u verder nalezen op de website van de NVZ.
Steeds meer wetgeving wordt gemaakt in Brussel. Daarom zijn veel nationale brancheorganisaties lid van hun Europese branchevereniging. Voor was- en schoonmaakmiddelen is dit de AISE.

Gezamenlijke Europese projecten: HERA 
Om een goede risicobeoordeling te kunnen uitvoeren, moet je weten op welke manieren consumenten worden blootgesteld aan de stoffen in het product, én wat de gevaren van de stoffen in de producten zijn. De leveranciers van de producten en de makers van de grondstoffen voor de producten hebben dit samen onderzocht in een Europees project, genaamd HERA.

Gezamenlijke Europese projecten: Charter voor Duurzaam schoonmaken
Als een bedrijf “duurzaam onderneemt”, maakt het in zijn beleid steeds een zorgvuldige afweging op drie gebieden met een P: Planet (milieu), People (mens) en Profit (winst). Ook in het systeem van het Charter voor duurzaam schoonmaken spelen deze drie gebieden een rol. Daarnaast is er gekozen voor de volgende uitgangspunten: 
- levenscyclusbenadering 
- voortdurende verbetering op bedrijfsniveau
- transparantie
- onafhankelijke controle
Als het Charter-logo op de verpakking staat, weet u dat de leverancier voortdurend werkt aan verbetering van veiligheid en welzijn van consumenten, klanten en werknemers, en aan een verminderde milieubelasting. Bovendien kunnen de tips op de verpakking voor veilig en optimaal gebruik consumenten helpen om het product zelf op een duurzame manier te gebruiken.

HERA


De fabrikanten van was- en schoonmaakmiddelen zijn van mening dat ze de veiligheid van producten niet goed kunnen beoordelen door alleen te kijken naar het gevaar van stoffen. Het risico dat gebruikers worden blootgesteld aan stoffen, moet ook worden meegewogen in de beoordeling. Daarom hebben de fabrikanten in het HERA-project de risico’s onderzocht van een zeer groot aantal gebruikte stoffen in was- en schoonmaakmiddelen.

Dit betekent dat men zowel gekeken heeft naar de gevaren van de stoffen in wasmiddelen, als naar het risico dat gebruikers hieraan worden blootgesteld. Er is hierbij gekeken naar zowel de blootstelling bij gebruik volgens voorschrift als naar de blootstelling bij verkeerd gebruik. Om de gebruikers meer inzicht te geven in de veiligheidsbeoordelingen van ingrediënten, die voorheen bedrijfsgeheim waren, is het HERA-project openbaar. Het project HERA is afgerond. De resultaten van HERA blijven echter via een Engelstalige website toegankelijk en worden up-to-date gehouden.

Samenwerking
HERA is een afkorting van Human Environmental Risk Assessment (risicobeoordeling voor mens en milieu). Leveranciers van ingrediënten en fabrikanten van wasmiddelen hebben in dit project samengewerkt. De gebundelde kennis was nodig om te komen tot een goede afweging van het risico van het gebruik van stoffen in een bepaalde toepassing. Grondstofleveranciers brachten kennis in over de gevaren van stoffen, en wasmiddelfabrikanten hebben hun kennis over blootstellingsscenario’s voor consumenten gedeeld.

Het doel
HERA komt tegemoet aan de vraag van overheid en publiek naar meer openheid over de potentiële risico’s van de ingrediënten van producten die thuis worden gebruikt. De methode die bedrijven zelf hebben ontwikkeld in de loop der jaren, is dikwijls niet openbaar en niet onderling vergelijkbaar. HERA heeft nu een gemeenschappelijke risicobeoordelingmethode ontwikkeld voor alle ingrediënten die worden gebruikt in huishoudelijke was- en schoonmaakmiddelen. Deze risicobeoordelingen moeten de samenstellers helpen bij de keuze van veilige ingrediënten voor hun producten.

Het resultaat
HERA is vanaf het begin open en transparant geweest. Alle informatie over het HERA-project is te vinden op de speciale website. Hier zijn niet alleen de resultaten van de risicobeoordelingen van stoffen gepubliceerd, maar ook allerlei achtergronddocumenten.

Een belangrijk achtergronddocument is de handleiding voor het uitvoeren van een risicobeoordeling voor was- en schoonmaakmiddelen (Human Environmental Risk Assessment on Ingredients of European Household Cleaning Products Guidance Document Methodology). Deze handleiding is gemaakt om ervoor te zorgen dat alle risicobeoordelingen uniform worden uitgevoerd en dat de aannames met betrekking tot blootstelling steeds dezelfde zijn. Er is overleg gevoerd met talloze deskundigen, zowel binnen als buiten de industrie, bij het schrijven van de handleiding. Ook de handleiding staat nog steeds open voor discussie. Als wetenschappelijke inzichten het nodig maken om deze handleiding aan te passen, dan zal dit gebeuren.

De structuur van de rapporten is steeds hetzelfde, zodat de risicobeoordeling van verschillende stoffen onderling goed kan worden vergeleken. Elk rapport beschrijft ook hoe men tot het resultaat gekomen is.

De website
De HERA-website is Engelstalig. Klik op deze link als u de uitgebreide informatie op de HERA-website wilt lezen.

Charter voor duurzaam schoonmaken


De fabrikanten van was- en schoonmaakmiddelen willen zichtbaar maken dat ze werk maken van hun maatschappelijke verantwoordelijkheid. In het verleden hebben zij dat bijvoorbeeld gedaan met het project “Code of good environmental practice”. Door dit project leerden consumenten dat ze ook goede resultaten bereiken als ze bij lagere temperaturen wassen en verminderde de milieubelasting. 

Levenscyclusbenadering, geen productkeurmerk
Het recente Charter voor duurzaam schoonmaken richt zich op de hele productcyclus: van de keuze van grondstoffen voor een product en de productie ervan, tot en met het gebruik en afvalverwerking. Dit wordt ook wel de levenscyclusbenadering genoemd: van ‘geboorte’ tot ‘overlijden’ van een product. Het Charter is dus geen productkeurmerk (stempel van goedkeuring op een product). Het systeem is actief op bedrijfsniveau: het geeft aan dat een bedrijf zijn managementprocessen op een duurzame en controleerbare manier heeft ingericht. De normen hiervoor heten Charter Sustainability Procedures (CSP’s). Bestaande ISO-normen, of andere normen, kunnen ook behulpzaam zijn. Als de bedrijven de CSP’s in hun management-systemen gaan invoeren, zullen die op den duur bijdragen tot algehele verbetering van de Essentiële Prestatie-Indicatoren (EPI’s). Dat zijn normen die de jaarlijkse vooruitgang van bedrijven meetbaar maken. Uiteindelijk leidt de Charter-aanpak tot winst voor mens en milieu. Denk hierbij bijvoorbeeld aan betere veiligheidsinformatie voor de klant en de consument, lager energie- en waterverbruik, minder afval en minder verpakkingen en een betere sociale en economische omgeving. 

Vrijwillig, niet vrijblijvend 
Het Charter voor duurzaam schoonmaken is een vrijwillig initiatief, dat openstaat voor alle bedrijven in Europa die was- of schoonmaakmiddelen op de markt brengen. Maar deelname is niet vrijblijvend. Het  Charter-logo mag pas worden gebruikt nadat het bedrijf heeft bewezen dat het voldoet aan de minimale eisen. Tijdens de ‘entrance check’ beoordeelt een ‘verificateur’ (onafhankelijke controleur) of de CSP’s in voldoende mate aanwezig zijn. Ieder jaar moet het bedrijf bovendien de EPI’s rapporteren. De gezamenlijke resultaten (opgeteld van alle deelnemende bedrijven, nooit per individueel bedrijf) worden gepubliceerd in het jaarlijkse Sustainability Report.

Professionele reinigingsmiddelen
Bij de inkoop van schoonmaakmiddelen door schoonmaakbedrijven is duurzaamheid steeds vaker één van de selectiecriteria. Bedrijven kunnen hier op allerlei manieren invulling aan geven, o.a. door deelname aan het Charter. Het bijzondere aan dit project is namelijk dat het zich richt op de gehele markt voor reinigingsmiddelen: zowel de fabrikanten van consumentenproducten als van professionele schoonmaakmiddelen doen eraan mee.

Meer informatie
Op de website van de Nederlandse Vereniging van Zeepfabrikanten kunt u meer details vinden over de invulling van duurzaam ondernemen door fabrikanten van was- en schoonmaakmiddelen (www.nvz.nl). De actuele lijst van deelnemende bedrijven staan op de Charter-website van AISE: www.sustainable-cleaning.com.Ook kunt u zich hier aanmelden voor deelname aan het Charter voor duurzaam schoonmaken.