LET OP: De informatie op deze website is verouderd en de website zal binnenkort worden verwijderd. Voor meer actuele informatie, zie www.nvz.nl.

De beleving van een risico

Een gevoel van veiligheid of onveiligheid komt tot stand door de manier waarop mensen de kans en de ernst van het gevaar waarnemen. De interpretatie van mensen zelf speelt dus een rol. Denk bijvoorbeeld aan ‘afstand houden bij autorijden’. Een gevaar van autorijden is botsen. Een bumperklever heeft een grotere kans op een botsing. De overheid wijst automobilisten regelmatig op wat veilig is: “Houd twee seconden afstand”. Op de weg blijkt echter dat niet iedereen het hiermee eens is. Sommige mensen houden meer afstand, terwijl anderen met hun koplampen bijna de kofferbak aanraken. Dit heeft te maken met hun interpretatie van ‘veilig’. Volgens hun eigen waarneming vinden bumperklevers de kans op een botsing zeer klein (“ik ben een goede chauffeur”). Hun medeweggebruikers kunnen daar anders over denken.

Kans en blootstelling
De kans dat een gevaar u treft, heeft te maken met de mate van blootstelling. De muizenval in de keuken van uw buurman is pas een gevaar voor uw tenen, als u in die keuken komt. Als u nooit bij uw buurman in de keuken op visite gaat, loopt u in dit geval geen risico. U kunt zich ook tegen blootstelling afschermen, door bijvoorbeeld veiligheidsschoenen te dragen. U stelt zich dan bloot aan het gevaar (de muizenval) en loopt de kans dat u in de val trapt, maar de gevolgen zijn minimaal. Het risico is daarom klein.

Aanvaardbaarheid van een risico
Als er een grote kans op een ernstig gevaar is, zullen velen het risico onaanvaardbaar vinden. Maar in geval van een kleine kans op een ernstig gevaar is de beoordeling lastiger. De een legt nadruk op de kleine kans, de ander op de ernstige gevolgen. Het aanvaarden van een risico is meer dan een koele berekening van kansen en gevolgen.
De bereidheid om een risico te aanvaarden hangt onder meer af van:

  • Wat u er voor terug krijgt. Als iets veel oplevert, neemt u meer risico dan als het u weinig oplevert.
  • Of de blootstelling vrijwillig is of niet. Een persoon zal het risico’s van het roken in huis eerder aanvaarden (vrijwillig) dan een risico van een vuurwerkopslagplaats naast zijn huis (onvrijwillig).
  • Het tijdsperspectief. Gevaren die zich in de toekomst kunnen voordoen, worden eerder geaccepteerd dan risico’s op korte termijn.
  • Het gevoel van controle. Als u invloed heeft op de kans dat er iets ernstigs gebeurt, is het risico meer aanvaardbaar.
  • De beheersbaarheid van gevolgen. Als u mogelijkheden ziet om u te beschermen tegen het risico (denk aan de veiligheidsschoenen), acht u het risico eerder aanvaardbaar.


Neem het voorbeeld ‘autorijden’. Mensen weten dat er ongelukken gebeuren, maar vinden dit een aanvaardbaar risico. De meeste Nederlanders rijden graag auto (het levert ze veel op). Zij hebben vertrouwen in veiligheidsvoorzieningen van fabrikanten van auto’s, ze weten dat er overheidsregels zijn en vertrouwen erop dat medeweggebruikers ook heelhuids thuis willen komen. En, misschien wel het belangrijkste, ze hebben vertrouwen in hun eigen rijgedrag (gevoel van controle). Daarom stappen zij in een auto.

Keus uit risico’s
Soms is de vraag: neem ik het risico of niet? Maar meestal is de vraag: neem ik het ene of het andere risico? Het is dan een kwestie van het afwegen van twee risico’s en dat is niet altijd eenvoudig.
Een voorbeeld: als u een week vakantie heeft en u verlangt naar de zon, dan kunt u ervoor kiezen met de auto naar een bestemming zo dicht mogelijk bij huis te gaan (met het risico van regen) of u neemt de risico’s van het vliegen, vreemde ziektes enzovoort en vertrekt naar een gegarandeerd zonnig oord.
Maar hoe kijkt u er achteraf tegenaan als blijkt dat het zonnige oord getroffen werd door een tropische storm en het thuis schitterend weer is geweest? Waarschijnlijk zult u een volgende keer de risico’s toch weer anders inschatten.

Risicobeperking is een zaak van iedereen
Het beperken van risico’s is een kwestie van een goede samenwerking tussen overheid (door wet- en regelgeving), fabrikanten en gebruikers van producten. Ieder heeft zijn eigen rol.
Opnieuw het voorbeeld van de auto: de fabrikanten zorgen voor een auto waarin u de weg op kunt. De auto is uitgerust met een autogordel. De fabrikanten zorgen ervoor dat deze gordel van de juiste kwaliteit is, zodat u in het geval van een botsing beschermd bent.
De overheid heeft een dubbele rol. Zij verplicht de autofabrikant in iedere auto een veiligheidsgordel te monteren. Aan de andere kant verplicht zij iedere automobilist deze autogordel ook te dragen. Uiteindelijk is het de automobilist die zelf beslist om de gordel wel of niet te gebruiken.

Informatie
U bezoekt deze internetsite omdat u zich bewust de vraag stelt: is dit product veilig? U vindt hier de informatie die u nodig heeft, om te bepalen of u het een aanvaardbaar laag risico vindt.